Affiene groep

In de groepentheorie, een deelgebied van de wiskunde, is de affiene groep of de algemene affiene groep van een affiene ruimte over een lichaam/veld K {\displaystyle K} de groep van alle inverteerbare affiene transformaties van die ruimte. De groepsbewerking is de functiecompositie.

De affiene groep is een lie-groep als K {\displaystyle K} een reëel, complex of quaternionen-lichaam/veld is.

Definitie

Een inverteerbare affiene transformatie f A , a : V V {\displaystyle f_{A,a}\colon V\to V} van een vectorruimte V {\displaystyle V} is van de vorm

f A , a ( v ) = A v + a {\displaystyle f_{A,a}(v)=Av+a} ,

met A G L ( V ) {\displaystyle A\in \mathrm {GL} (V)} een isomorfisme van V {\displaystyle V} , en a {\displaystyle a} een vast element van V {\displaystyle V} .

De transformatie f A , a {\displaystyle f_{A,a}} is dus samengesteld uit het isomorfisme A {\displaystyle A} en een translatie over de vector a {\displaystyle a} .

Er geldt:

( f A , a f B , b ) ( v ) = f A , a ( f B , b ( v ) ) = f A , a ( B v + b ) = A B v + A b + a = f A B , A b + a ( x ) {\displaystyle (f_{A,a}\circ f_{B,b})(v)=f_{A,a}(f_{B,b}(v))=f_{A,a}(Bv+b)=ABv+Ab+a=f_{AB,Ab+a}(x)}

dus

f A , v f B , w = f A B , A b + a {\displaystyle f_{A,v}\circ f_{B,w}=f_{AB,Ab+a}}

en ook:

f A , a ( v ) = y A v + a = y v = A 1 y A 1 a {\displaystyle f_{A,a}(v)=y\Leftrightarrow Av+a=y\Leftrightarrow v=A^{-1}y-A^{-1}a}

zodat:

f A , v 1 = f A 1 , ( A 1 a ) {\displaystyle f_{A,v}^{-1}=f_{A^{-1},(-A^{-1}a})}

De inverteerbare, affiene transformaties vormen dus een groep, de affiene groep of algemene affiene groep, aangeduid met A G L ( V ) {\displaystyle \mathrm {AGL} (V)} [1], A f f ( V ) {\displaystyle \mathrm {Aff} (V)} [2] of G A ( V ) {\displaystyle \mathrm {GA} (V)} .[3]

Als V = K n {\displaystyle V=K^{n}} de n {\displaystyle n} -dimensionale ruimte over het lichaam/veld K {\displaystyle K} is, wordt de affiene groep genoteerd als A G L n ( K ) {\displaystyle \mathrm {AGL} _{n}(K)} . In een context waarin K {\displaystyle K} duidelijk is, wordt ook wel alleen de parameter n {\displaystyle n} aangegeven, bijvoorbeeld A f f ( n ) {\displaystyle \mathrm {Aff} (n)} .

Voor eindige K {\displaystyle K} met q {\displaystyle q} elementen, schrijft men eenvoudigweg A G L n ( q ) {\displaystyle \mathrm {AGL} _{n}(q)} , want een eindig lichaam/veld is door het aantal elementen op isomorfie na eenduidig bepaald.

De affiene groep A f f ( n ) {\displaystyle \mathrm {Aff} (n)} van de n {\displaystyle n} -dimensionale euclidische ruimte met elementen A x + b {\displaystyle Ax+b} heeft een aantal belangrijke ondergroepen:

  • algemene lineaire groep G L ( n ) {\displaystyle \mathrm {GL} (n)} met elementen A x {\displaystyle Ax} , de oorsprong blijft op zijn plaats
  • euclidische groep E ( n ) {\displaystyle \mathrm {E} (n)} of I S O ( n ) {\displaystyle \mathrm {ISO} (n)} (de isometrieën, dus geen vervorming of vergroting/verkleining)
  • orthogonale groep O ( n ) {\displaystyle \mathrm {O} (n)} (de doorsnede van de twee: de isometrieën waarbij de oorsprong op zijn plaats blijft)

Verder zijn er nog de ondergroepen hiervan waarbij de determinant van de betreffende matrix 1 is[4]:

  • speciale lineaire groep, S L ( n ) {\displaystyle \mathrm {SL} (n)} (wel vervormingen, maar geen spiegeling en geen verandering van het n {\displaystyle n} -dimensionale volume)
  • speciale euclidische groep S E ( n ) {\displaystyle \mathrm {SE} (n)} (de directe isometrieën; voor n = 3 {\displaystyle n=3} zijn dit de mogelijke veranderingen van positie en stand van een star lichaam)
  • speciale orthogonale groep S O ( n ) {\displaystyle \mathrm {SO} (n)} (de directe isometrieën waarbij de oorsprong op zijn plaats blijft; voor n = 2 {\displaystyle n=2} zijn dit de draaiingen om de oorsprong, voor n = 3 {\displaystyle n=3} de draaiingen om een as door de oorsprong)

Referenties

  1. J. D. Dixon, B. Mortimer: Permutation Groups, Springer-Verlag (1996), ISBN 0-387-94599-7, hfdst. 2.8: Affine and Projective Groups
  2. M. Schottenloher: Geometrie und Symmetrie in der Physik, Springer-Verlag (1995), ISBN 978-3-528-06565-2, p. 27
  3. R. Walter: Lineare Algebra und analytische Geometrie, Vieweg (1985), ISBN 978-3-528-08584-1, p. 168
  4. In het eerste geval (waarbij de determinant elk getal ongelijk aan 0 kan zijn) is dat een grotere beperking dan in het tweede en derde geval (waarbij de determinant 1 en -1 kan zijn).