Darpvenner Steine I-III

Darpvenner Steine I-III
Darpvenner Steine I-III
Darpvenne III
Darpvenner Steine I-III (Nedersaksen)
Darpvenner Steine I-III
Situering
Coördinaten 52° 22′ NB, 8° 11′ OL
Informatie
Datering tussen 3500 en 2800 v.Chr.
Periode neolithicum
Cultuur Trechterbekercultuur
Portaal  Portaalicoon   Archeologie

De Darpvenner Steine I–III zijn drie ganggraven die vlak bij elkaar gelegen zijn. Ze staan bekend onder Sprockhoff-Nr. 900 tot 902. De megalitische bouwwerken werden tussen 3500 en 280 v.Chr. opgericht en worden toegeschreven aan de Trechterbekercultuur.

De hunebedden liggen buurtschap Driehausen bij Venne, vlak naast de Driehauser Straße (K416), in Ostercappeln, Landkreis Osnabrück in Nedersaksen. Ze maken onderdeel uit van de Straße der Megalithkultur.

De graaf van Münster heeft in 1807 de eerste afgravingen uitgevoerd. Hierbij werden scherven van keramiek, een stenen bijl en pijlpunten aangetroffen. Ook werd een schijf van barnsteen en kralen van barnsteen gevonden.

Darpvenner Steine I

Dit hunebed (Sprockhoff-Nr. 900) ligt ca. 500 meter ten noordoosten van Driehausen. De kransstenen van de ovalen krans zijn niet allemaal bewaard gebleven. De kamer is oost-west georiënteerd en is 15,3 meter lang en 1,5 meter breed. De kamer is relatief goed behouden gebleven. De oorspronkelijke 25 draagstenen zijn er allemaal nog. Van de oorspronkelijke tien dekstenen zijn vier verdwenen. De ingang is niet gevonden. Het volledige bouwwerk is 17,3 meter lang en 4,4 meter breed.

Darpvenner Steine II

Het relatief kleine oost-west georiënteerde bouwwerk (Sprockhoff-Nr. 901) heeft een kamer van 8 meter lang en 2,3 meter breed. Er zijn nog 12 draagstenen en 3 dekstenen aanwezig. Er zijn nog brokstenen van dekstenen in de omgeving te vinden.

Darpvenner Steine III

Het bouwwerk (Sprockhoff-Nr. 902) is oost-west georiënteerd en bestaat alleen uit de 10,5 meter lange en 1,5 meter brede kamer. Er zijn nog 16 van de oorspronkelijk 17 draagstenen aanwezig. Van de oorspronkelijke 8 dekstenen zijn vier verdwenen. De toegang lag vermoedelijk in het midden van de zuidelijke zijde.

Afbeeldingen

  • Darpvenne I
    Darpvenne I
  • Darpvenne II
    Darpvenne II

Literatuur

  • Römisch-Germanisches Zentralmuseum Mainz (Hrsg.): Führer zu vor- und frühgeschichtlichen Denkmälern – Das Osnabrücker Land III, Bd. 44, Verlag Philipp von Zabern, Mainz 1979, ISBN 3-8053-0313-0
  • Anette Bußmann: Steinzeitzeugen. Reisen zur Urgeschichte Nordwestdeutschlands. Isensee Verlag, Oldenburg 2009, ISBN 978-3-89995-619-1, S. 37–38.
  • Mamoun Fansa: Großsteingräber zwischen Weser und Ems. Isensee Verlag, Oldenburg 1992, ISBN 3-89442-118-5, S. 90–93.
  • Ernst Sprockhoff: Atlas der Megalithgräber Deutschland. Teil 3: Niedersachsen – Westfalen. Rudolf Habelt Verlag, Bonn 1975, ISBN 3-7749-1326-9, S. 120.
Mediabestanden
Zie de categorie Darpvenner Steine van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties

Voetnoten

Bronnen

  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Darpvenner Steine I–III op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.