Grijze tapijtschelp

Grijze tapijtschelp
Status: Uitgestorven
Grijze tapijtschelp
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Mollusca (Weekdieren)
Klasse:Bivalvia (Tweekleppigen)
Orde:Venerida
Familie:Veneridae (Venusschelpen)
Geslacht:Venerupis
Soort
Venerupis senescens
Cocconi, 1873
Fossielen
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De grijze tapijtschelp (Venerupis senescens) is een mariene uitgestorven tweekleppige uit de familie van de Venusschelpen.

Beschrijving

Schelpkenmerken

De grijze tapijtschelp (Venerupis senescens) lijkt op de tapijtschelp, maar is dikschaliger, minder trapeziumvormig en heeft een andere sculptuur. De duidelijk omgebogen top ligt niet in het midden. De sculptuur bestaat uit onregelmatige ribben die vrij dicht op elkaar liggen en parallel aan de onderrand lopen. Strandmateriaal is vaak gedeeltelijk afgesleten. De schelp is altijd wit, blauwgrijs of bruin verkleurd.

Afmetingen

  • lengte tot 60 millimeter.
  • hoogte tot 40 millimeter.

Areaal

Deze soort is alleen fossiel bekend uit het Noordzeegebied, vooral uit afzettingen in Denemarken, Noordwest Duitsland, Nederland, België en Engeland. In Nederland en België zijn losse kleppen en fragmenten bekend van stranden op de Waddeneilanden en de provincie Zeeland (Bv. vrij algemeen op het noordzeestrand van de Boschplaat op Terschelling, De Slufter op Texel, de Kaloot en de stranden bij Domburg en Cadzand in Zeeland). Verder is de soort uit heel veel grondboringen in Midden, West Nederland bekend.

Fossiel voorkomen

De grijze tapijtschelp is een soort die niet meer in de huidige Noordzee leeft, maar als fossiel bekend is uit warme perioden tijdens het Kwartair. Lange tijd is zij als 'gidsfossiel' beschouwd voor het Eemien, de warme periode voorafgaand aan de laatste ijstijd, het Weichselien. Hoewel dit onjuist blijkt te zijn, zullen de meeste aangespoelde exemplaren toch wel uit lagen van deze ouderdom afkomstig zijn.

Zie ook

  • Waarneming.nl: Grijze tapijtschelp
Bronnen, noten en/of referenties
  • Bruyne, R.H. de (2004) Veldgids Schelpen. KNNV Uitgeverij, ISBN 90-5011-140-8, 234 pag.
  • Harting, P. (1875) Le système Éemien. Archives Néerlandaises Sciences Exactes et Naturelles de la Societé Hollandaise des Sciences (Harlem), 10: 443-454.
  • Heering, J. (1950). Pelecypoda (and Scaphopoda) of the Pliocene and older-Plistocene deposits of the Netherlands. Mededelingen Geologische Stichting, C-IV-1, no 9., pp. 1-225.
  • Lorié, J. (1887) Contributions a la géologie des Pays Bas III. Le Diluvium plus récent ou sableux et le système Eémien. Archives Teyler, Ser. II, Vol. III: 104-160.
  • Meijer, T. (1988) Mollusca from the borehole Zuurland-2 at Brielle, the Netherlands (an interim report). Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie 25: 49-60.
  • Paepe, R. (1965) On the presence of "Tapes senescens" in some borings of the coastal plain and the Flemish Valley of Belgium. Bulletin de la Societé belge de Géologie de Paléontologie et d'Hydrologie, LXXIV(2): 1-5.
  • Spaink, G. (1958) De Nederlandse Eemlagen, I: Algemeen overzicht. Wetenschappelijke Mededelingen Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging 29, 44 pp.
  • Regteren Altena, C.O. van, 1941. Nogmaals Paphia aurea (Gmel.) en Paphia senescens (Cocc.). Basteria, 7(3/4): 50-53.