Walter Coventry Summers

Walter Coventry Summers (1869 - Torquay, 30 maart 1937) was een Brits latinist, specialist op het gebied van het zogeheten 'zilveren latiniteit' (literatuur uit de periode na Augustus), hoogleraar aan de universiteit van Sheffield.

Na fellow geweest te zijn aan het St John's College (Cambridge) en assistant lecturer aan het Owens College in Manchester werd W.C. Summers in 1909 benoemd tot Firth Professor of Latin in Sheffield. Hier bleef hij werkzaam tot 1930.

Zijn bekendste publicatie is zijn Select letters of Seneca uit 1910. In het voorwoord bedankt hij zijn uitgever dat deze het aangedurfd heeft een boek te publiceren dat wellicht slechts weinig lezers zal vinden. Het geeft aan hoezeer Summers toen een pionier was op dit gebied,[1] en hoezeer de studie van het Latijn gebukt ging onder vooroordelen (negatieve t.a.v. Seneca, positieve t.a.v. de literatuur uit het tijdperk van Augustus, het zogeheten 'gulden' latijn). Maar het boek is talloze malen herdrukt tot aan de jaren 1990 toe. Summers laat zijn selectie uit de brieven van Seneca voorafgaan door een zeer analyse van Seneca's taalgebruik[2]. Hij benadrukt het gebruik dat Seneca maakt van termen uit het dagelijks spraakgebruik (colloquial elements). Verder traceert hij de geschiedenis van wat hij noemt de pointed style in het Latijnse proza; dit is de voor het zilveren latijn kenmerkende stijltechniek van korte, flitsende zinnen met veel onverwachte wendingen, paradoxen, tegenstellingen e.d.[3]. Ook geeft hij een résumé van de receptiegeschiedenis van Seneca's werk door de eeuwen heen. Het boek werd positief ontvangen.[4]

Als afsluiting van zijn professionele activiteit kan men The silver age of Latin literature from Tiberius to Trajan zien. Hierin behandelt hij elk literair genre uit (grofweg) de eerste eeuw na Chr., elk hoofdstuk afsluitend met de latere nawerking van de behandelde werken/schrijvers. Ook hier echter nog acht hij het nodig zich te verantwoorden voor het feit dat hij aandacht vraagt voor deze periode uit de literatuurgeschiedenis; gezien sommige reacties[5] was dat niet geheel overbodig.

Publicaties in boekvorm

  • 1894: A study of the Argonautica of Valerius Flaccus
  • 1900: C. Sallusti Crispi Catilina
  • 1901: P. Ovidi Nasonis Metamorphoseon liber VIII. Edited with introduction, notes, vocabulary and index
  • 1902: C. Sallusti Crispi Iugurtha. Edited with introduction, notes and index
  • 1904: Cornelii Taciti Historiarvm liber III. Edited with Introduction, Notes and Index
  • 1910: Select letters of Seneca. Edited with introductions and explanatiry notes
  • 1920: The silver age of Latin literature from Tiberius to Trajan.

Verder heeft Summers in het tweede deel van J.P. Postgates Corpus Poetarum Latinorum (1905) de tekst van de satiren van Persius en de Punica van Silius Italicus verzorgd.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Voor wat betreft Seneca bestond er naast het werk van Paul Thomas, Morceaux choisis dat zich niet beperkt tot de brieven alleen, het Duitse Ad Lucilium Epistulae Morales Selectae. Für den Schulgebrauch erklärt van G. Hess uit 1890. In hetzelfde jaar als Summers' werk kwam van Polykarp Hauck L. Annaeus Seneca. Ausgewählte moralische Briefe als Einführung in die Probleme der stoischen Philosophie uit dat, zoals de titel al aangeeft, meer inhoudelijk gericht was.
  2. Dit gebeurt op buitengewoon gedetailleerde wijze. Voor wat betreft Seneca's woordgebruik bijvoorbeeld heeft Summers lijsten gemaakt met woorden die voor het eerst bij Seneca voorkomen, woorden die vóór Seneca alleen in de poëzie voorkwamen, en woorden die alleen worden aangetroffen bij andere schrijvers wier taalgebruik zich ook kenmerkt door termen uit het dagelijks spraakgebruik.
  3. Een wijze van schrijven die goed paste bij de Latijnse taal (the style which I call pointed was, after all, one obviously adapted to the Roman temperament, the Roman language (The silver age of Latin literature from Tiberius to Trajan, blz. 15)), en is al terug te vinden is in het werk van Cato, en in de vroege redevoeringen van Cicero, maar het is een procedé dat, ook volgens Summers, niet geheel zonder risico's is: the readiness to sacrifice the whole to the part that is so prominent a feature in Silver writing. (Ibidem, blz. 5)
  4. Bijv. H. E. Butler in The Classical Review, 24 (07), blz. 224-225 (1910): "With regard to the text and notes there is singularly litte to criticise".
  5. Zie ook bijv. deze citaten uit een overigens welwillende recensie van dit werk (The Spectator, 22 April 1921): Tacitus, after all, is the only one of the post-Augustans who really matters very much. - It is to be feared that the literary fashions of these post Augustan times were essentially decadent fashions, the kind that have made bad art in every century. But there are such things as good books on bad art, and Professor Summers has undoubtedly written one.